Wat leert een kleuter in de leeftijd 4 tot 5 jaar?

 

Sociaal emotioneel

  • Je kind onderkent dat andere kinderen ook eigen gevoelens en gedachten hebben.

  • Je kind kan aspecten van het eigen gedrag benoemen (waar ben ik bang voor, wat eet ik graag?) maar maakt nog geen onderscheid tussen bedoelingen van zichzelf en de anderen

  • Je kind speelt in de nabijheid van een ander wel zijn er korte tussendoor contacten

  • Je kind maakt gedurende dit levensjaar de aanzet tot interactie met andere kinderen en krijgt dan ook voorkeur voor bepaalde kinderen.

 

Spelontwikkeling

  • Je kind imiteert spel van anderen en doet dus alsof het iets is.

  • Je kind neemt eigen initiatief tot thema's en rollen. Er ontstaat een beginnend fantasiespel en neemt aanzet tot samenspel

  • Je kind kan (In het begin korte) tijd gericht met een activiteit bezig zijn en heeft daar steeds minder begeleiding bij nodig.

 

Motoriek

  • Je kind  kan over een lijn lopen. Je kind kan met 2 handen grote bal vangen, Het kan klimmen; hinkelen; springen en huppelen.

  • Ook kan je kind een paar seconden op één been staan.

  • Je kind maakt grovere bewegingen vanuit de pols bij bijvoorbeeld grote kralen rijgen. Je kind kan een stuk papier doorknippen.

  • Je kind kan zijn ritssluiting dichtdoen.

  • Gedurende dit levensjaar maakt het steeds fijnere bewegingen vanuit de pols en neemt het aanzet tot voorkeurshand.

 

Tekenontwikkeling

  • Je kind kan al wat tekenen. Het gebruikt kopvoeters voor  zowel mensen als dieren.

  • Langzaam aan komen er meer details, armen en benen nog vaak aan hoofd gehecht dit heeft allemaal te maken met hoe het kind de wereld om zich heen ervaart. Het belangrijkste is dat het  plezier in kleuren heeft.

 

Zintuiglijke waarneming

  • Je kind maakt puzzels van meer stukken (25) met meer gedetailleerde voorstellingen.

  • Je kind kan enkelvoudige opdrachten onthouden en uitvoeren.

 

Taalontwikkeling

  • Je kind spreekt in uitgebreide enkelvoudige zinnen. De werkwoorden worden nog niet allemaal op de juiste manier verbogen. Gedurende dit levensjaar zal je kind in samengestelde zinnen met een eenvoudige structuur gaan spreken.

  • Het zal een verhaal in enkele zinnen vertellen.

 

Lichaamsoriëntatie

  • Je kind kan de belangrijkste lichaamsdelen met de ogen dicht aanwijzen en benoemen bij zichzelf, maar ook bij anderen.

 

Ruimtelijke oriëntatie

  • Je kind kan mozaïekfiguren en puzzels maken. Het kan eenvoudige vormen natekenen.

  • Je kind kan iets van een afbeelding nabouwen mits alles zichtbaar is.

 

Tijdsoriëntatie

  • Je kind kan dag en nacht benoemen. Het kan het dagritme globaal aangeven vanuit de eigen leefwereld.

 

Ontwikkeling geletterdheid

  • Je kind krijgt meer gevarieerde interesse voor boekjes en zal de eigen naam in krabbels schrijven.

  • Gedurende dit levensjaar zal het kind meekijken of lezen als je voorleest. Ook kan het doen alsof het leest en zelf onzinwoorden maken.

 

Ontwikkeling van het inzicht in cijfers en getallen

  • Je kind telt voorwerpen dit zal vooral in het begin nog niet helemaal goed gaan. 

  • Het opzeggen van de getallenrij gaat ook nog niet altijd. Gedurende dit levensjaar zegt getallenrij tot 10 steeds vaker goed op. 

  • Langzaam aan kan het kleine hoeveelheden met aanwijzingen steeds vaker goed kunnen tellen.

 

Ontwikkeling van het logisch denken

  • Je kind  kan met concreet materiaal vergelijkingen maken: lang-kort, dik-dun, maar ook dingen ordenen op grond van één concreet waarneembaar kenmerk (bijv. dikte, vorm, kleur maar ook concrete kleine hoeveelheden vergelijken m.b.v. veel-weinig.

 

Wil je weten hoe je je kind verder kan helpen in zijn of haar ontwikkeling op een speelse wijze?

Neem dan eens een kijkje verder bij de andere onderdelen van Leren door Spelen. Er worden veel tips gegeven en ook achtergrondinformatie over wat een kind nu precies leert door te spelen.