Wat
doe je als je 5 minuten moet opvullen?
Je kent het wel, je zit in de auto
op weg naar je vakantiebestemming en de kinderen achterin hebben even de
behoeften aan een spelletje.
Of je hebt een paar minuten die je even op moet vullen
Vaak kunnen deze paar minuten op een leuke, speelse en leerzame manier opgevuld worden.
|
|
|
|
|
|
Ik
zie, ik zie, wat jij niet ziet
Neem een voorwerp in gedachten wat je in
je directe omgeving ziet. Bijvoorbeeld een rode punaise op het prikbord.
Je zegt dan:"Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet en het is
rood".
Het kind gaat dan raden wat jij ziet. Het kind mag echter alleen dingen
op noemen die ook rood zijn.
Wanneer het kind het geraden heeft, mag het iets verzinnen en moet jij
het raden.
|
|
Tik,
tik, wie ben ik?
Dit spelletje kun je spelen als je met
meerdere kinderen bent.
Eén kind gaat in het midden van de kring op zijn knieën zitten, en
sluit de ogen (eventueel kun je een blinddoek gebruiken).
Je wijst een kind aan die achter het eerste kind gaat staan. Dit laatste
kind tikt het andere kind op de rug en zegt: "Tik, tik, tik, wie
ben ik?"
Door het gericht luisteren naar de stem moet het kind raden wie er
achter hem staat.
Je kunt dit nog moeilijker maken door de
stem te laten vervormen.
|
|
Wie bedoel ik?
Omschrijf iemand uit het gezin zonder
zijn/haar naam te noemen, maar in termen van kleur, haar, ogen, kleur van de kleding
of schoenen, karaktertrekken.
Wanneer je kind raad wie je bedoelt, mag
het kind iemand gaan omschrijven.
Dit is een spelletjes waarbij je de
taalvaardigheid van je kind stimuleert.
|
|
|
|
|
|
|
Boter, kaas en eieren
Teken een rooster van 3 bij 3 vakjes. Je kind zet een kruisje in een van de vakjes,
jij zet een rondje in een ander vakje.
Om beurten zetten jullie kruisjes en rondjes en proberen zo drie van je eigen tekens op één rij te krijgen. Wie daarin het eerst slaagt, heeft gewonnen.
|
|
Ra
Ra wat teken ik op je arm?
Teken iets met je vinger als pen op
de arm van je kind; je kind moet dan raden wat jij getekend hebt.
Wanneer je het voor het eerst speelt, kun je je kind laten kijken.
Daarna kun je het spel moeilijker maken door je kind de ogen te laten
sluiten terwijl je tekent.
Wanneer de tekening moeilijk te raden
is, kun je bij een tekening een geluid maken.
|
|
Watje blazen
Je kind zit tegen over je aan een tafel. In het midden
ligt een plukje watten.
Probeer na een startsein het watje weg te blazen. Wanneer je het watje
over een (denkbeeldige) streep hebt geblazen heb je gewonnen.
Je kunt dit ook spelen door niet gewoon te blazen, maar door een rietje
te blazen.
Dit spelletje is weer goed voor de
mondmotoriek van je kind.
|
|
|
|
|
|
|
Ik ga op
reis
Je begint met de zin: "Ik ga op
reis en ik neem mee een koffer."
Je kind herhaalt de beginzin en vult hem zelf aan met bijvoorbeeld.
"En een zwembroek.
Dan ben jij aan de beurt en herhaalt de beginzin en wat je kind heeft gezegd en
vult het zelf aan.
Zo kun je een hele tij d door gaan.
Natuurlijk hoef je niet perse op reis te
gaan je kunt het ook spelen met andere beginzinnen zoals:
- "Ik ging naar de dierentuin en
zag een ... "
- "Ik ga naar de groenteman en
koop ... ".
- "Ik ga me verkleden en trek aan
een ...".
- "Ik ga schilderen en maak het
...(een kleur)...".
|
|
|
|
Liplezen
Zeg een woord zonder te praten; je kind moet dan raden wat je zegt.
Is het te moeilijk, dan kun je een gebaar erbij maken.
Voorbeeld: eten; maak je een etende beweging met je mond.
Je kunt het zo moeilijk maken als je zelf wil, zo kun je bijvoorbeeld ook
een liedje playbacken, wat dan geraden moet worden.
Je kind leert zich dan te concentreren op de beweging van de lippen.
Wanneer het een beetje kan liplezen kan
dat heel handig zijn als je bij veel lawaai staat en je wilt toch kunnen begrijpen wat
iemand tegen je zegt; of als iemand die achter een raam is, of in een auto zit met dichte ramen
en tegen je praat als jij buiten staat.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|